Geweld in de Bijbel (1 van 3)

“En nu hak ik Goliaths kop eraf!” Tot je schrik hoor je dat je lieve kleuter roepen terwijl hij enthousiast zwaait met een zwaard en pogingen doet om het hoofd van een pop eraf te slaan. Wat doe je dan?
  1. Je grijpt meteen in en neemt hem het zwaard voor de komende dagen af.
  2. Je besluit om dergelijke passages voortaan weg te laten als je voorleest uit de (kinder)Bijbel.
  3. … of tja, wat eigenlijk? Zijn er nog meer opties?

Deze vraag leg ik voor aan mijn buurvrouw en vriendin Marion Weerman die orthopedagoog is. Zij kan mij vertellen dat het naspelen van verhalen een vorm van verwerking is voor een kind. En absoluut geen latente vorm van gewelddadig gedrag. Je kind wordt er dus niet agressief van als hij naspeelt hoe Kaïn zijn broer doodslaat. Voor een kind is het ook helemaal geen vorm van agressie, maar puur verwerking van het verhaal dat hij gehoord heeft.

Als je je kind hiervoor bestraft en het spel aan banden legt, maak je het veel groter dan het is. Je koppelt jouw associaties en emoties aan het spel van je kind en veroordeelt je kind op basis daarvan. Maar een kind heeft die associaties die jij hebt bij dood en geweld meestal nog helemaal niet.

Ik moet denken aan mijn dochter van twee die mij wijst op een dood vogeltje en zonder enige emotie zegt: ‘hij doet het niet meer hè mam?’. Zij was op dat moment geen gevoelloos monstertje, maar had nog geen ervaringen opgedaan met het fenomeen dood. Zij kon aan het begrip dood nog niet de associaties koppelen die ik erbij heb. En daarom kon ze er nuchter naar kijken. Op diezelfde manier kan een kind dus gewelddadige verhalen naspelen zonder dat dit voor hem een vorm van agressie is.

De verwerking door het naspelen is juist goed voor je kind. Het geeft aan dat je kind ermee bezig is. Daar kun je op inhaken en het gesprek erover aangaan. Speelt je kind regelmatig dat hij iemand doodmaakt dan is hij waarschijnlijk aan het verkennen wat het begrip ‘dood’ inhoudt. Als je er met hem over in gesprek gaat kun je op zijn niveau proberen uit te leggen wat het betekent als iemand sterft en waarom mensen daar verdrietig van worden. Op die manier groeit je kind in zijn begrip.

Als je het spel zou afkappen en afkeuren maak je het onbespreekbaar. En je kind kan niet goed begrijpen waarom het niet mag. Jij hebt de regie in dat geval. Als je een kind wel de ruimte geeft om te verwerken door spel en gesprek houdt het kind zelf de regie. Het leert er zelf mee omgaan en dat geeft zelfvertrouwen. Pas als een kind obsessief blijft hangen in een bepaald spel is dat een signaal dat de verwerking niet lukt en is meer begeleiding nodig.

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Marion Weerman, orthopedagoog.

Ingrid Plantinga-Kalter is theologe en moeder. Ze geeft toerusting over geloofsopvoeding. Daarnaast ontwikkelt ze voor Kerkpunt producten op het gebied van bijbelstudie, catechese en liturgie.