Mag ik kind zijn?
Kinderen moeten zich gedragen als volwassenen. Je kunt het dagelijks zien op TV. Ze dansen op het toneel, treden op in muziekprogramma’s in de hoop dat er een stoel voor hen omdraait. Kinderen die schaars gekleed hun acts opvoeren. Ik vraag me af of ouders zich realiseren hoe er naar hun kinderen wordt gekeken?
Rond de 17e eeuw vond er een maatschappelijke verandering plaats: De verlichting. Een van de grote veranderingen was de visie op het kind. Het ‘kind’ werd ontdekt. Daarmee wordt bedoeld dat het kind niet langer werd gezien als een volwassene in de dop. Het kind mocht kind zijn, en dat verschil tussen kind en volwassene was meer dan alleen in afmeting en kracht zichtbaar. Het kind kreeg recht op zijn eigen leven en ontwikkeling, en later ook op onderwijs. Kinderen mochten kindvriendelijk volwassen worden. Volwassenen waren er ter bescherming, onder andere om het tempo te bewaken van hun ontwikkeling.
Vandaag in de 21 eeuw zou er toch een geweldige ruimte moeten zijn voor het kind en zijn ontwikkeling. Maar niets is minder waar. Wanneer ik kinderen kind zie zijn, krijg ik eerder het idee, dat hun kindertijd wordt ingekort.
Ze worden als een speer de volwassenheid ingejaagd! Hoge verwachtingen worden gesteld aan hun gedrag.
Kinderen moeten zich gedragen als volwassenen. Op school worden ze opgejaagd met leerlingvolgsystemen en aan het eind van elke periode wordt er weer gemeten en gewogen. En dat begint al in groep 1. Aan het eind van groep 1 wordt er verwacht dat ze een ruime woordenschat hebben opgebouwd. Volgens mij moet een kind in de kleuterklas zich bezig houden met spelen, water, zand en vooral veel met leeftijdsgenootjes buiten zijn.
En in de kerk, hoeveel ruimte is daar voor het kind? Wat vinden velen het toch vervelend als de kinderen in de dienst aanwezig zijn, zoveel onrust. Of wat kan het irritant zijn als een moeder haar baby mee heeft in de kerk en deze huilt. Je kunt niet eens goed naar de preek luisteren. Kinderen moeten stil zitten en luisteren, meelezen en meezingen en zich vooral zo gedragen dat de volwassenen er geen last van hebben.
Al met al lijkt het weer richting de periode rond de 17e eeuw te gaan. Kinderen worden weer meer een miniatuurvolwassene. Hoeveel ruimte krijgt een kind om kind te zijn? Ik vraag me af of deze houding in het belang van het kind is. Ik denk het eerlijk
gezegd meestal niet. Als je namelijk goed oplet zie je achter dit gedrag de vaak ongezonde gedrevenheid van ouders terug.
Kinderen mogen in hun ‘act’ de onvervulde wensen van hun ouders vervullen.
Kinderen zijn op deze wijze de opvulling van de ontbrekende eigenwaarde van ouders. Of de spelbrekers in het grote mensenspel.
Mogen jouw kinderen gewoon kind zijn?
Tot nu toe had ik het over de ouders in het algemeen. Ik wil aan het eind van dit stuk wat persoonlijker worden, wat dichter bij komen. Mag uw kind kind zijn? Dat betekent wel dat u ouders, ouder wilt zijn. In plaats van een niet volwassen geworden ouder die zelf veel aandacht nodig heeft. Leer uw kinderen van binnen naar buiten te leven. Dat begint bij de mogelijkheden van het kind, in plaats van bij de eisen van de samenleving en u. Opvoeden begint bij afstemmen en dan volgt het onderwijs.
Help ze te ontdekken wat bij hen past, leer ze een mening te vormen zodat ze hun mogelijkheden en beperkingen steeds beter aan kunnen geven.
En als ze dat oefenen accepteer het, ook als het u niet uitkomt. Op deze wijze laat u zien dat de Here Jezus van kinderen houdt zoals ze als kinderen zijn. Ook de discipelen zeiden: ‘Er is geen ruimte voor het kind bij Jezus.’ Maar daar dacht Hij anders over. Hij zegt: “Laat de kinderen tot mij komen, zoals ze zijn als kind. Niet aangepast, of opgeblazen, geen toneelstukjes, verhindert ze niet.”
Opvoeden is een vlam ontsteken in plaats van een vat vullen. En u, opvoeder, mag onder Toezicht de vonk zijn!
Bert Reinds (1960) is echtgenoot, vader en opa. Hij studeerde orthopedagogiek en heeft een eigen praktijk voor advies, coaching en hulpverlening. Hij publiceerde verschillende boeken, onder andere ‘Vader zijn met hart en handen’.